Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie den [19]spotter [20]tuchtigt, [21]behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn [22]schandvlek. 19. Zie Ps.1:1. 20. Het woord betekent hier eigenlijk iemand met woorden en redenen onderwijzen, vermanen, bestraffen. Alzo Deut.4:36; Job 4:3; 1 Kron.15:22. Elders betekent het ook met slagen en straffen kastijden, gelijk 1 Kon.12:11; Ps.6:2. 21. Te weten, omdat hij verloren arbeid doet en van degenen, dien hij bestraft, gelasterd wordt. Vergelijk Matth.7:6. 22. Het oorspronkelijke woord betekent gemeenlijk een gebrek des lichaams, gelijk Lev.21:17, en Lev.22:20; 2 Sam.14:25; maar het wordt ook genomen voor een gebrek der ziel, rakende het geloof en de zeden, of de goede faam, ten aanzien van de uitkomst van enige zaak of daad, gelijk hier; Deut.32:5; Job 11:15.